-
1 drukken
♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 [omlaag brengen] push down4 [drukwezen] print♦voorbeelden:1 iemand de hand drukken • shake someone's hand, shake hands with someoneiemand geld in de hand drukken • press money into someone's handin elkaar drukken • press/crush togetheriemand tegen de muur drukken • pin someone against the walliemand tegen zich aan drukken • hold someone close (to oneself)3 de lonen/prijzen/kosten/onkosten drukken • keep down wages/prices/costs/expenses4 10.000 exemplaren drukken • print/run off 10,000 copies(niet) geschikt om gedrukt te worden • (un)printableliegen of het gedrukt staat • lie through one's teeth♦voorbeelden:1 iemand die zich drukt • dodger, shirker -
2 handelbaar
1 [gemakkelijk te hanteren] handy ⇒ easy to manage/handle 〈iets zwaars/groots〉, manoeuvrable 〈 auto, schip〉 -
3 hup
-
4 inhalen
1 [verwelkomen] welcome5 [binnenbrengen] bring in♦voorbeelden:de verloren tijd inhalen • make up for lost timede afgelaste wedstrijd op zaterdag inhalen • reschedule the cancelled game for Saturdayhet werk dat is blijven liggen moet ik nog inhalen • I still have to catch up on the unfinished work♦voorbeelden:je mag hier niet inhalen • overtaking is not allowed here -
5 wegslepen
♦voorbeelden:
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Французский